Concertverslag: Gonny van der Maten in de Stevenskerk in Nijmegen

2128988724
Het orgelconcert in de Stevenskerk. Foto Geerten Jan van Dijk

Tijdens de orgelzomer doet de RD-muziekredactie wekelijks verslag van een orgelconcert ergens in Nederland. Vandaag deel 4: Gonny van der Maten in de Stevenskerk in Nijmegen.

„Het is een goed gebruik dat een organist bij het samenstellen van een concertprogramma zorgt voor een rode draad. Die is er vanavond niet!” Gelach in de monumentale Stevenskerk. Gonny van der Maten weet tijdens haar persoonlijke toelichting voorafgaande aan het concert dinsdagavond een vrolijke noot aan te slaan. De Wageningse organiste bekent dat ze vanavond „gewoon een stel stukken waar ik zin in heb” gaat spelen. Uit een lange lijst met lievelingsstukken stelde Van der Maten een programma samen met werken van Bach, Heiller, Hagen, Vierne, Karg-Elert en Franck. „Het was voor mijn doen een atypisch concert”, vertelt de organiste na afloop van het concert desgevraagd. „Ik doe dit nooit op deze manier.” Wie andere concertprogramma´s van Gonny van der Maten bekijkt, stuit inderdaad op haar concept van ‘verhalende concerten’ rond thema´s als St. Geertrui, de Vier Jaargetijden en Le Petit Prince.

Toch vertoont ook dit programma enkele dwarsverbanden. Tot vier maal toe duikt er een van de zes Schübler Choräle van Johann Sebastian Bach op. Deze koraalpreludes zijn transcripties van delen uit Bachs kerkcantates. Ze zijn melodieus, eenvoudiger dan de doorgaans strenge contrapuntische werken van Bach en de koraalmelodie komt duidelijk tot uiting. De bijnaam van dit zestal is te danken aan de uitgever Johann Georg Schübler.

En tussendoor? „Van alles en nog wat”, aldus Van der Maten. Dat lijkt op het eerste gehoor ook wel zo, toch zijn alle composities terug te voeren op tal van dansvormen. En Bachs koraalpreludes dan? Bachs oeuvre is hoofdzakelijk gebaseerd op twee vormen: de fuga en de dans. Bachs muziek danst altijd.

„Organisten zijn niet zulke dansers”, zo beweert Van der Maten tijdens haar programmatoelichting. „Anton Heiller daarentegen zeker wel. Het moet een erg leuke man geweest zijn.” En het moet gezegd worden, de aanstekelijke Tanz-toccata is de gangmaker van de avond.

Sigfrid Karg-Elert werd in zijn tijd weggezet als een wat sneue componist. Gonny van der Maten neemt de Duitse componist meer dan serieus en weet te overtuigen met zijn ”Valse mignonne” (kleine wals) uit ”Drei Stucke für Orgel”. Opmerkelijk: een Franse titel voor een compositie die ontstond in het destijds o zo nationalistische Duitsland. Maar de componist hechtte er sterk aan.

Een thema uit het Intermezzo uit Symfonie nr. 3 van Louis Vrierne doet denken aan de ”Valse mignonne” van Karg-Elert. Het lijkt wel of de twee elkaar goed hebben gekend. Het tegenovergestelde is waar: ze waren elkaars concurrenten.

Ook de Nederlandse componist Toon Hagen is present met een dans. Vanuit een swingende minimal-music basis stijgt onder meer het bekende liedje ”Shalom Chaverim” op. „Een roep om vrede kan nooit kwaad”, aldus Van der Maten.

Gonny van der Maten sluit af met haar favoriete componist: César Franck. Met ”Pièce Héroïque” uit ”Trois Pièces” wordt de avond met verfijnde bravoure afgesloten. Ook het publiek houdt van Franck. Om mij heen zie ik instemmend geknik, sommigen bewegen mee tijdens dit feest van herkenning.

Ben Evers (56) is naar eigen zeggen een rasechte Nijmegenaar. In voorgaande jaren vergat hij steevast om de concerten in de Stevenskerk te bezoeken. Maar dit jaar is het hem al voor de tweede keer gelukt aanwezig te zijn. „Mijn moeder komt uit Oostenrijk en zong mee in een operettekoor. Ze woonde vlak bij Wenen, het centrum van de wals. Logisch dat de dansmuziek van vanavond mij erg aansprak. Toch heb ik het meest genoten van Bach. Waarom? Daar heb ik geen woorden voor. Ik heb mij stellig voorgenomen geen concert meer te missen dit jaar.”

Of ze het goed vond gaan vanavond? Gonny van der Maten vindt dat maar een lastige vraag. „Dat is aan het publiek. Ik vond het wel lekker gaan. Dat kan ik wel zeggen. Het fantastische König-orgel en de fenomenale akoestiek van de Stevenskerk inspireren enorm. Het orgel kent een enorme diversiteit aan kleuren, je kunt er enorm veel stijlen verantwoord op spelen. Daarom kon ik dit afwisselende programma ook kwijt op dit orgel. Dat had ik bijna op geen ander orgel ook zo kunnen doen.”

Opvallend: het Nijmeegse König-orgel weet deze avond zeker 120 muziekliefhebbers te trekken. Dat is veel voor een orgelconcert. Wat ook opvalt, is het hoge ons-kent-onsgehalte. Voor aanvang van het concert worden veel handen geschud, vriendschappelijke schouderklopjes gegeven en ontstaan er her en der samenscholinkjes waar het al snel erg gezellig wordt. Volgens de Nijmeegse stadsorganist Jetty Podt is dit hoge bezoekersaantal bepaald geen uitzondering. „Deze orgelserie is misschien wel de best lopende orgelserie van Nederland. Van eind juni tot en met half september is het hier elke dinsdagavond volle bak. Hoe we dat voor elkaar krijgen? De mensen komen natuurlijk in de eerste plaats voor het fantastische orgel en kerk met de geweldige akoestiek. Verder investeren we veel in educatieve projecten en stellen we bijzondere en inventieve programma’s samen. Onder het publiek bevonden zich vanavond om die reden de Italiaanse architect Donate Maniello en grafisch kunstenaar Luigi Console. Vanavond hoorden zij voor het eerst een groot orgel. Ze waren razend enthousiast.”

Op 9 september zullen deze kunstenaars het kerkgebouw in al zijn details belichten en laten samenvloeien met op de ruimte afgestemde muziek van Jetty Podt en Berry van Berkum.