Toespraak bij ”A Woman’s Touch”

uitgesproken bij aanvang van de concertserie A Woman’s Touch op 28 augustus 2008 in de Grote Kerk te Wijk bij Duurstede.

De concertserie die vanavond begint, is gewijd aan muziek, geschreven door vrouwen en gespeeld door vrouwen.
Naar mijn idee is het eigenaardig dat dit gebeurt.
We kennen immers ook geen series die speciaal gewijd zijn aan mannenmuziek. En zo lang er speciale aandacht ergens voor nodig is, is de balans zeker niet bereikt.
Het is mij als vrouw een raadsel wat mannen er toe heeft gebracht en nog brengt om vrouwen uit te sluiten van onderwijs en belangrijke functies in de maatschappij. Is het angst? Is het van oorsprong alleen maar de spierkracht en dus de macht? Hoe komt het dat God (het machtigstige wezen) als mannelijk wordt gezien? En waarom hebben velen daarnaast zo’n behoefte aan een vrouw als aanbedene? Maria speelt in de christelijke kerk niet voor niets zo’n grote rol.
Dat er verschillen zijn tussen mannen en vrouwen in het algemeen, is voor velen duidelijk. Toch is de scheidslijn niet zo scherp te trekken. Zogenaamde mannelijk en vrouwelijke eigenschappen komen in ieder mens voor, alleen steeds in een unieke mix. Yin en yang hebben anderen dat al lang geleden genoemd. Er zijn culturen die soms wijzer zijn dan de westerse.
De westerse orgelwereld is geen uitzondering op de overheersing van de mannen. Wat dat betreft is extra aandacht voor de vrouw geen overbodige luxe. Nog steeds wordt het orgel gezien als een instrument met mannelijke power. En nog nooit is een vrouw in de afgelopen eeuwen stadsorganist van Haarlem geweest, om maar een belangrijke post te noemen.
Toch zou de orgelwereld er bij gebaat zijn als er meer evenwicht was.
Goed communiceren is dan natuurlijk wel noodzakelijk. Het serieus nemen van vrouwelijke talenten met een eigen expressie zou de orgelwereld zeker kunnen verrijken.
Ondanks alle onderdrukking en uitsluiting van vrouwen, zijn er in het verleden toch vrouwen geweest die aandacht vroegen en kregen voor hun talenten, die belangrijke bijdragen hebben geleverd aan cultuur en maatschappij en daarmee de positie van vrouwen onder de aandacht brachten. Zij zijn uitzonderingen en noodzakelijkerwijs zeker sterke persoonlijkheden.
Al heel lang geleden, in de Middeleeuwen, was dat bv. de abdes Hildegard von Bingen, van wie nu nog muziek gezongen wordt.
Ook Elisabeth-Claude Jaquet de la Guerre schreef prachtige muziek rond 1700. Zij is de rode draad in deze serie en typisch een voorbeeld van miskenning. Haar muziek werd in haar tijd vrijwel alleen in haar eigen salon uitgevoerd. Ik prijs mij gelukkig dat ik haar vanavond wat wereldkundiger mag maken. Ik zou mij nog gelukkiger prijzen als ook mannelijke collega’s deze muziek gingen spelen.
Ik voel mij zeer vereerd dat ik deze bijzondere serie mag openen en afsluiten. De vrouwen die voor u zullen spelen in de komende weken zijn stuk voor stuk uitzonderlijke wezens. Niet alleen als musici, maar ook als mensen.
Gelooft u mij: een vrouw in de orgelwereld is nog steeds bijzonder, heeft zo nu en dan ook last van het “old boys’ network”, maar wil graag zichzelf zijn en zo gewaardeerd worden.
Leve deze krachtige types en dank voor uw extra aandacht.

Gonny van der Maten